Roep meer Jippie!
Op vakantie hoorde ik een vader met een meisje van een jaar of 5. ‘Vandaag,” zei hij, “ gaan we naar de hoge bergen”. “Jippie”, zei het meisje. “We gaan er picknicken zei de vader.
“Jippie! Picknicken!” Juichte het meisje.
“En nu”, zei de vader, “gaan we croissantjes eten”. “Jippie! Croissantjes!” Hoorde ik haar roepen.
Wat klinkt dat heerlijk. Mijn puberkinderen roepen nooit meer uit de grond van hun hart “Jippie!” Ze roepen nog wel “Yes”, “Joehoe” “Cool” of mompelen “ok” of “jaah mam”. Niet voor croissantjes, maar voor andere meevallers.
En ik verlang ernaar om “Jippie” te horen. Dat enthousiaste blije geluid. En ik wil er best wat voor doen ook. Ik moet het ze eens vertellen ;).
Maar ik zelf roep ook nauwelijks meer “Jippie”. Flauw eigenlijk. Want dat gevoel, dat Jippie gevoel, dat uit de grond van m’n hart komt, alsof ik even opveer. Wanneer ik verrast, verbaasd en opgetogen tegelijk ben, dat ken ik wel. Ik kan het ook opzoeken. Ik moet het ook toelaten.
Want toen ik mijn verloren gewaande oorbellen terugvond had ik het. Maar ik riep het niet. Toen ik toch die tas kocht die ik zo graag wilde. Dat koude glas witte wijn in dat onverwachte avondzonnetje. Als er ineens een groot kind toch tegen me aan op de bank komt zitten.
Allemaal Jippie!
En jij? Roep jij “Jippie”? Niet genoeg? Probeer het eens.
Groet Marieke